• UIT DE TIJD

Foto's uit een ver verleden vertellen vaak een verhaal. De geschiedenis van een hele familie of van meer leden van een familie. Het is een tijdsbeeld.

Loes Op ’t Veld-Telgenkamp

Haartjes nat, pyjama aan en mijn moeder met de Libelle
ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Loes Op ’t Veld-Telgenkamp (61) vertelt:

Ik ben geboren op de Kleine Bergstraat. Wij woonden boven de ‘Goedkope Bazaar’, hoekje Neerstraat-Grote Bergstraat. Iedere maand moest ik van mijn vader de huur (25 gulden) in een enveloppe naar onze huisbaas beneden brengen. Onze huisdeur was aan de Kleine Bergstraat. De keuken keek daar op uit en in de huiskamer hadden we het zicht op de Brugstraat. Helemaal tot de Roerbrug. Wij zagen Sinterklaas al uit de verte aankomen en ook de meisjes uit de Voorstad waar ik mee naar school ging. We hadden een tamelijk grote keuken, een huiskamer, Mijn vader en moeder hadden een klein balkon bij de slaapkamer en een toilet. Ik had samen met mijn broertje Matty, die vier jaar jonger was, een grote slaapkamer. In 1962 werd mijn zusje Rianne geboren en daar was eigenlijk geen kamer voor. Dus toen waren we eigenlijk genoodzaakt om te verhuizen. Wij gingen toen op de Bredeweg wonen.

Mijn vader is geboren in het pand ‘De gouden Appel’ op de Markt. Later hadden mijn oma en opa van vaderskant in de Schoenmakersstraat een groente- en fruitwinkel. Opa was ook nog handelsreiziger. Mijn moeder was oorspronkelijk van Neeritter. Haar ouders beheerden daar een postkantoor. Mijn vader werkte bij de Post als sorteerder. Hij is jong overleden en mijn broer is ook overleden, Matty was nog maar 49 jaar. Wij waren een keurig gezin. Mijn vader was eigenlijk altijd werken, hij had ook nachtdiensten. Hij ging nooit naar het café maar ook nooit op vakantie! We hadden geen auto. Mijn moeder was altijd thuis. Zij was kokkin geweest bij gravin van Afferden. Ze is 16 jaar geleden gestorven en ik mis haar nog iedere dag. Ze was heel lief. Ik heb alleen maar goede herinneringen aan mijn jeugd. Ik speelde veel buiten op straat, we hadden geen tuin en het was een beschermde, liefdevolle jeugd.

De Kleine Bergstraat

Als het in de zomer mooi weer was, zette mijn vader de teil buiten met water. De hele buurt mocht er in! Bijna niemand had tv en op woensdagmiddag mochten we bij Bremmers, schilderijenhandel, naar het kinderprogramma kijken. Er woonden toen boven alle winkels gezinnen met kinderen. Bijvoorbeeld Marietje en Lia, Heintje en Joseetje, Sjakkie en Robbie, Elsje, Christian, Marij, Marly. Ik ben nog steeds met een aantal kinderen van toen vriendin gebleven. We waren allemaal hetzelfde, voor mijn gevoel had niemand meer dan de ander. Soms gingen we friet halen bij Friet-Antje in Brugstraat. Voor een dubbeltje friet met voor twee cent mayonaise. Als we bezoek hadden mocht ik met een ketel voor een gulden friet halen. In de Neerstraat was de ijssalon. Als er feest was, kregen we zo’n waaier met drie bolletjes en slagroom voor een kwartje. Op de grote Bergstraat lag het snoepwinkeltje van ‘tante Tien’. Soms gingen we naar ‘Mijnheerkens’ en naar het zwembad, ‘Hattem’. Toen nog verdeeld in het herenbad en het damesbad. Met Sinterklaas kocht mijn vader ‘mikkenmannen’ en we kregen best veel kadootjes. Mijn moeder was geabonneerd op de Libelle. Ik zie haar nog zitten. Dat was haar uitje van de week, de Libelle lezen.

De familie Opa bracht mij iedere dag naar school. Ik vond het heel erg toen we gingen verhuizen in 1962. Toen oma stierf was ik zes jaar. Midden in de nacht moesten mijn vader en moeder daar naar toe en ik moest als zesjarige op mijn broertje letten. Ik weet nog dat er een zwarte rouwstrik op de deur bij opa en oma hing. Wij waren heel close met allebei de families. Veel bezoeken en logeerpartijtjes.

De stad

Ik woon met mijn man net buiten de stad maar ik werk al dertien in de stad als gastvrouw/receptioniste. Ik zou graag in de stad wonen maar mijn man ziet dat niet zitten. Ik heb veel contacten in de stad, ik ken veel mensen. Mij moet je nergens anders neerzetten. Mijn man Har en ik hebben twee zonen, twee schoondochters en drie kleinkinderen: Senna, Faya en Lenn. Wij zijn oppas-oma en -opa en ik werk als gastvrouw/receptioniste. Heerlijk! Ik kan wel zeggen dat ik het getroffen heb met mijn leven tot nu toe. Wel veel meegemaakt in verband met vroegtijdig het overlijden van naaste familie. Maar mijn glas is altijd halfvol! 

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906