• UIT DE TIJD

Foto's uit een ver verleden vertellen vaak een verhaal. De geschiedenis van een hele familie of van meer leden van een familie. Het is een tijdsbeeld.

José van Ool-Van den Bergh (79) aan het woord

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

De zaak

Mijn vader was zadelmaker en touwslager en zijn vader ook. Boeren kwamen bij ons om hun zadels en aanverwante artikelen te laten repareren en nieuwe te laten maken. Mijn vader nam de zaak over van opa. Ik denk dat dit rond de jaren dertig gebeurde. Ik kan me de zadelmakerij nog goed herinneren. Achter de winkel was de werkplaats. De boeren hadden tijd genoeg en kwamen in de werkplaats van alles vertellen. Ik zat bij mijn vader op schoot te luisteren. Ik was een vaderskind. Mijn moeder was in die beginjaren hoedenmodiste en had een winkel aan de Bergstraat.

De familie

Wij hadden thuis drie kinderen. Mijn broer René is de oudste, daarna kwam ik en tien jaar later Marianne. Dus toen René en ik nog klein waren, was Marianne er nog niet. Op zondagmorgen mochten we altijd bij mam en pap in bed. Mijn ouders waren nogal gemakkelijk en niet streng. In de pubertijd veranderde dat toen ik naar jongens ging kijken. Toen waren ze wel streng. Ze wilden mij beschermen.

Het uitgaansleven

Mijn vader en moeder gingen veel uit in de stad en dan mocht ik mee. Ze waren lid van All Right, de Harmonie, het mannenkoor, RFC en ik was lid van de hockeyclub en de tennisclub. Daarnaast had ik veel aan onze buurmeisjes van ijzerhandel Lamers, Jes en Miek. Zij waren ouder maar zij sleepten me overal mee naar toe. Zij vroegen mij ook bij de damesgarde van De Uul. Dat mocht van thuis omdat de buurmeisjes op mij letten! Kattenkwaad haalde ik vooral uit met Lilian. We zijn nog steeds vriendinnen.

Andere zaken

Toen ik begon met hockey gingen we thuis hockeysticks verkopen. We verkochten al voetbalspullen. Mijn vader zat in het bestuur van RFC en hij maakte zelf voetballen. Wij gingen als een van de eerste families in Roermond op ski-vakantie. Maar skikleding bestond nauwelijks. Een oom van mij heeft toen een skibroek voor mij en een vriendin van mij gemaakt. Op een gegeven moment gingen mijn ouders alleen nog sportartikelen en sportkleding verkopen.

School

Ik zat op de lagere school bij de Ursulinnen. Ze waren streng, de mères. Vooral Angelica, het hoofd van de school. Louise was een hele lieve non. We wisten niet beter dan dat school streng was. Het was een mooie tijd. Er woonden veel kinderen in de binnenstad. We speelden gewoon op straat. Niemand had een tuin en die heb ik nooit gemist. Na de lagere school ging ik naar de MULO bij het Kloosterwand. Maar eerst ging ik naar kostschool in Koningsbos. Dat was sjiek in die tijd. Dat avontuur duurde drie maanden. In die drie maanden was ik tien kilo zwaarder geworden. De huisarts zei: ‘dit meisje gaat niet meer terug naar kostschool!’ Toen was ik weer thuis. Ik was blij. Zoals toen heel gewoon was hadden we dienstmeisjes die het huishouden deden.

Werk

Na de MULO ben ik een jaar op kantoor bij de Shell gaan werken. Na dat jaar was ik zover om thuis in de zaak te komen. Ik kreeg geen salaris maar zondagsgeld. Zo ging dat vroeger. René nam de zaak over en Marianne heeft ook een tijdje in de zaak gewerkt. Ik kreeg wel alles wat ik nodig had ook een mooie uitzet toen ik met Huub (van Ool) ging trouwen. Ik bleef na het trouwen enkele dagen per week in de winkel werken.

Getrouwd

Ik heb een Frans, Duits en een Engels vriendje gehad. Toen kwam ik de ware liefde tegen in Roermond. Huub en ik zijn nu ruim 50 jaar getrouwd. We hebben twee zonen en een dochter gekregen, Arno, Joep en Christian. Inmiddels hebben we vijf kleinkinderen.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906