Je hebt ze in alle soorten. Vrouwen. Maar één eigenschap hebben ze allemaal, ze zijn allemaal uniek in hun soort. Hun persoonlijkheid is de moeite waard om eens onder de loep te nemen. Aan de hand van enkele indringende levensvragen leren we bijzondere Roermondse vrouwen een beetje beter kennen.
Winkelierster
Ik draag met trots de naam van mijn man, mijn meisjesnaam én de naam van mijn moeder. Verder ben ik trots op Roermond, het Munsterplein en op onze winkel. En verder natuurlijk op mijn kinderen Maarten en Mariette en onze acht kleinkinderen. Ook vind ik het mooi om het Roermondse dialect in stand te houden en te koesteren.
Wel meerdere! Bijvoorbeeld: wat er op je weg komt, de schouders er onder en doorgaan. Eerlijk zijn en klaar staan voor andere mensen die hulp nodig hebben.
Reizen! Mijn man en ik hebben al veel gezien. Hij vindt het wel genoeg maar ik ben nog niet uitgereisd. Tegenwoordig ga ik vaak met mijn zus Marlie op reis. Wij voelen ons goed aan en het is onze gezamenlijk hobby. Maar we hebben nu de zorg voor de winkel. Die kunnen we niet zomaar sluiten. Dat doe je gewoon niet.
Tijdens mijn middelbare schooltijd wilde ik apotheker worden. Maar mijn vader werd hartpatiënt en mijn moeder kon de zaak niet alleen runnen, toen ben ik in de winkel terecht gekomen. Daarvoor ben ik me wel verder gaan ontwikkelen. Het middenstandsdiploma, mijn vakdiploma Speelgoedbranche heb ik behaald. Een cursus Engels omdat ik dat in de winkel kon gebruiken. Ik heb mijn hele ziel en zaligheid in de winkel gelegd.
Ja, ongetwijfeld. Ik denk ook dat het leven zin heeft omdat je iets kunt betekenen voor andere mensen. Ik ben een grote optimist. Ik zie altijd een lichtpuntje, altijd gaat de zon weer schijnen.
Als er iemand overleden is, kun je niets meer vragen. Ik ben blij dat ik zoveel gepraat heb met mijn moeder. Al zijn er nog wel enkele vragen onbeantwoord gebleven.
Het astmafonds omdat deze ziekte in de familie voorkomt. Ik collecteer al meer als dertig jaar voor dit goede doel.
Ik ga nooit meer in een hoge attractie op de kermis of in het pretpark. Nóóit meer!
Ik weet wel een paar goede doelen, iedereen trakteren en daarna zou ik het geld een jaartje wegzetten om te bedenken waar ik het aan zou uitgeven. Als je het eenmaal uit gaat geven, is het zó weg. Er zouden meer vrouwen in de wereld het geld moeten beheren. Zij zijn gewend om met een bepaald budget uit te komen.
Ik repareer en restaureer een groot deel de van poppen en beren van onze klanten in de winkel. Ik kan niet alles wat John kon maar 75 procent van de reparaties voer ik uit.