• ROERMONDSE VROUWEN

Je hebt ze in alle soorten. Vrouwen. Maar één eigenschap hebben ze allemaal, ze zijn allemaal uniek in hun soort. Hun persoonlijkheid is de moeite waard om eens onder de loep te nemen. Aan de hand van enkele indringende levensvragen leren we bijzondere Roermondse vrouwen een beetje beter kennen.

Josique Stevens-Huyben

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Ben jij geworden wat je wilde worden?

“Ik heb de Design-academie in Eindhoven gedaan. Vroeger Academie voor Industriële Vormgeving geheten. Dat was een fantastische tijd. Het waren de beginjaren van deze academie en er waren inspirerende, bekende leraren. Toen ik jong was had ik wel ideeën over de toekomst, maar dat loopt altijd anders. Ik ben in Denemarken gaan werken. In de jaren zestig was Scandinavie hét land voor designers. Ik heb daar in een bekende weverij en op een internationaal ontwerpbureau gewerkt. Ik had daar veel contacten in die tijd en we hebben toen met vier Roermondse kunstenaars in Kopenhagen en Koge exposities gehad: Dolf Wong, Wijnand Thönissen, Ton v.d. Rotten en ik met textiele werkvormen. Sjef Kusters van de Limburgse krant reisde mee en nog enige ‘fans’. Na twee jaar kwam ik terug in Nederland en ben een winkel met design artikelen begonnen op het Sjietbergske. Het was tevens een soort galerie, waar kunstenaars hun werk verkochten. Het was nieuw in Roermond en idealistisch, gebaseerd op de “Permanenten“ in Kopehagen. Samen met een vriendin drukten en weefden we stoffen, die een mode-ontwerper, Ludo Lockefeer, verwerkte tot kleding. Toen ik met Tobey trouwde zijn we verhuisd naar een pand in de Marktstraat..en is de winkel uitgebreid met bijzondere lampen, meubels en Scandinavische producten o.a. het Arabia servies. Ongeveer in diezelfde tijd hebben Wijnand Thönissen en ik de Vrije Academie in Roermond opgezet, die uit gegroeid is tot een groot instituut. We zijn heel primitief gestart boven het museum. Ik moest voor mijn lessen water halen bij het benzinestation aan de Kapellerpoort. Ik gaf textiel- tiener- en kindercursussen.” 

Waarvan kun jij wakker liggen?

“Over het verkwanselen van de natuur, bijvoorbeeld.als er onnodig bomen worden omgekapt die helemaal niet ziek of te oud zijn. De nieuwe bezitter van mijn ouderlijk huis heeft 100 jaar oude platanen laten omkappen in de tuin, omdat de wortels hier en daar tegels van het terras omhoog duwden. Onzinnig. Ik maak me ook zorgen over hoe respectloos mensen met elkaar omgaan. Ik heb lang met vluchtelingen gewerkt in Baexem,in het asielzoekerscentrum waar ik vooral met kleine kinderen bezig was. Je raakt dan erg betrokken bij de families. Ik ben iemand die oplossingen zoekt, maar je kon bijna niets oplossen voor deze mensen. Ik ben ermee gestopt, omdat ik er inderdaad wakker van lag.” 

Wat heb je van thuis mee gekregen?

“Mijn ouders waren erg kunst-minded. Bij ons waren geregeld bekende en minder bekende kunstenaars te gas o.a.René en Dolf Wong, Jan Lücker, Jan Hanlo en bij verhitte gesprekken vloeide het bier want ik stam uit een brouwers geslacht. Het was een bourgondisch milieu. Mijn moeder verzamelde kunst en mijn vader was erg geïnteresseerd in architectuur. Dat is ook een van mijn interesses. Hoewel mijn vader hoopte dat ik na mijn gymnasium ging studeren, hebben mijn ouders me vrij gelaten in mijn keuzes. In die tijd was een studie op een Kunstacademie min of meer taboe. Doen wat je het liefste doet, betekent vrijheid voor mij en andere mensen in hun waarde laten. Onze zonen hebben ook allebei de Kunstacademie gedaan. Wij hebben ze eveneens vrij gelaten en ze hebben hun eigen weg gevonden. Ik denk aan de spreuk van Goethe: ‘als ouders moet je je kinderen wortels en vleugels geven’.”

Hoe kom je tot rust?

“Buiten. Ik ben altijd buiten. Ruisende bomen, water, rivieren, zee. Ik heb een leuke hond en ik wandel veel. Wij wonen in De Weerd, en in het najaar ben ik bang voor water, voor overstromingen. Helaas wordt de natuur en het leefklimaat in de Weerd steeds meer aangetast. Het mooie rivierenlandschap wordt niet als waardevol beschouwd. Er moeten drijvende woningen komen, dat maakt Roermond aantrekkelijker, meent men. Eigenlijk ben ik rusteloos van aard, maar Tai-chi doe ik wel al 15 jaar. De langzame Wu vorm en als contrast de snelle vorm met sabel. Dat is zeer ontspannend.”

Wat zou je zó weer doen?

“De Academie. Naar het buitenland gaan, ook. Ik reis nog steeds heel graag. Misschien zou ik ook culturele antropologie willen studeren. Ik volg nog steeds cursussen bij de HOVO, zoals antropologie, architectuur, muziek. Er is nog veel dat me interesseert en bezig houdt, daar is het nooit te laat voor.”

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906