• GOED DOEL

Mieke Geelen-Smits

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Mieke Geelen-Smits (79) vertelde een jaar geleden in deze rubriek over haar leven met haar man met Alzheimer. Zij zorgde toen nog gewoon thuis voor haar man Herman. Tegenwoordig woont Herman niet meer thuis maar in een verzorgingstehuis. Na 55 jaar huwelijk tegen hun zin gescheiden!

Hoe ging het in het afgelopen jaar?

Mieke: “Ik heb mijn man vijf en een half jaar verzorgd maar het laatste half jaar werd het té zwaar voor mij. Herman kreeg last van psychosen en dan werd hij agressief. Dat is heel verdrietig omdat hij dat nooit is geweest. Het was altijd een lieve galante man. Hij werd een gevaar voor zichzelf en voor mij. Hij was al in dagtherapie op een boerderij, waar hij graag vertoefde. Zijn toestand verslechterde in het algemeen. Hij stond bijvoorbeeld drie keer per nacht op, kleedde zich aan en wilde met de hond gaan wandelen of naar zijn werk. Hij was dan heel opstandig. Hij moest naar een verzorgingstehuis.”

Hoe ging het verder?

“Hij was een spoedgeval en werd permanent opgenomen in een verzorgingstehuis van mijn keuze. Maar vanwege de bezuinigingen van rijkswege, is daar maar één verpleegkundige op tien patiënten. Dat is gewoon te weinig. Mijn man heeft daarbij ook nog veel ‘goede momenten’. Dan is hij helder en alert. De meeste andere patiënten in zijn groep zijn (bijna) niet meer aanspreekbaar. Mijn man loopt rond en kan nog van alles vertellen maar er is geen contact mogelijk met de andere patiënten. Het personeel heeft geen tijd. Het doet mij veel pijn om dat te zien.”

Hoe ervaart u de situatie nu?

“Er is te weinig tijd voor zijn verzorging. Herman heeft in de mode gewerkt en was altijd heel proper op zichzelf. Ik moet soms drie kostuums per week laten stomen. Ze zitten vol vlekken. Men heeft zijn badkamer met toilet afgesloten omdat hij een keer in het toilet is gaan staan. Als ik hem drie keer per week bezoek, poets ik eerst zijn kamer. Soms is het echt vies. Het ligt echt niet aan het personeel maar aan de bezuinigingen. Het personeel doet wat het kan.”

Wat wilt u nog meer doen?

“Ik heb een brief naar de klachtencommissie geschreven. Als niemand zijn mond open doet, wordt er ook niets aan gedaan. Ik ben een vechter en ik ga door tot ik niet meer kan om de situatie te verbeteren, ook voor de andere patiënten. Er moet dringend meer verplegend personeel bij. Dat alles heb ik in mijn brief geschreven. Ook de vraag om mijn man meer afleiding te bezorgen. Hij mag niet meer naar de dagopvang omdat hij op de gesloten afdeling zit. Hij verveelt zich de hele dag. Voor mij is het verschrikkelijk om mee te maken. Ik ga er kapot aan.”

Wat zeggen de leidinggevenden van het verzorgingstehuis?

“Ik heb een gesprek gehad met de arts, de psycholoog en met het hoofd van de verpleging.Zij zeggen allemaal dat hun handen gebonden zijn vanwege de bezuinigingen. Zij zouden graag de situatie willen verbeteren. Twee keer per week zijn er vrijwilligers die voor afleiding zorgen. Maar ze begrijpen mijn man vaak niet. Als je hem vraagt om mee te doen met een activiteit zegt hij al snel ‘nee’. Hij is bang. Als je hem vraagt om ergens mee te helpen, zegt hij meteen ‘ja’, graag’. Maar dat moeten de vrijwilligers wel weten.”

Wat doet de situatie met u?

“Ik ben de laatste tijd tien kilo afgevallen. In plaats dat de uithuisplaatsing verlichting biedt, maak ik me veel meer zorgen. Ik doe wat ik kan. We gaan samen naar de gemeenschappelijke ruimte, daar drinkt hij een pilsje en rookt een sigaartje. Ik ben eigenlijk zijn enige gesprekspartner. Hij is de ene dag alert en de andere dag is hij niet aanspreekbaar. Dat wisselt heel erg. Hij krijgt sinds kort slaaptabletten. Daarop kan hij slapen dat is voor mij al een hele geruststelling.”

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906